Vast werk groeit harder dan flexwerk, aandeel uitzendwerk blijft stabiel

In het eerste kwartaal van 2018 steeg het aantal werknemers met een vast contract verhoudingsgewijs harder dan het aantal flexwerkers. Dat blijkt uit de update van de Flexbarometer over het 1e kwartaal 2018. Op jaarbasis steeg het aantal werknemers met een vaste baan met 2,4%. Dat betekent dat 124.000 mensen in deze periode een vast contract kregen. Het aantal werknemers met een flexibele arbeidsrelatie groeide met 38.000, wat neerkomt op 2%. Het is voor het eerst sinds begin 2009 dat het aantal werknemers met een vast contract harder groeide dan het aantal mensen met een flexibele contract. Het aandeel werknemers met een vast contract ligt nu op 73,3%, iets hoger dan een jaar terug.

Ook het aandeel zelfstandigen groeide in het eerste kwartaal van dit jaar. Er kwamen 14.000 zelfstandigen zonder personeel bij en 6.000 zelfstandigen met personeel. Binnen de groep flexcontracten groeide het aandeel tijdelijke werknemers met uitzicht op een vast contract het meest. Dit was al een grote groep flexwerkers en deze groeide met 42.000 nog verder. Het aantal werknemers met een tijdelijk contract – zowel korter als langer dan een jaar – daalde het hardst; korter dan een jaar daalde met 11.000 en langer dan een jaar met 8.000. Het aandeel uitzendkrachten in de groep flexibele werknemers bleef nagenoeg stabiel op 14%. In totaal waren er in het eerste kwartaal van dit jaar 271.000 uitzendkrachten actief.

Bron: ABU